Paul van ons Annapurnateam had wat ervaring met
rafting en vertelde ons dat we de gevaren om te raften in Nepal niet mochten
onderschatten. Toch wilden we het absoluut proberen, en besloten om na de trek
vanuit Pokhara de Lower Seti-rivier af te varen. Een makkie volgens kenners. Maximum ‘klasse 3, wat zou wijzen op de versnellingen van het wassende water. Twee dagen zou het duren, overnachten
deden we in een tent.
Dag één was wondermooi, ons tentje zetten
we op langs de rivier. Pure rust, geen mensen, alleen een haardvuur, lekker
eten en alcohol gedronken van bamboestokken (millet). Perfecte setting.
Dag twee wil Sofie absoluut vooraan in de
boot zitten, ook al heeft ze weinig raftingtalent en lijkt ze met haar peddel
meer in de soep te roeren dan de boot in de juiste richting te roeien.
Mooi weer, alles zit mee, tot de laatste
rapid. De boot plooit bijna letterlijk in twee op een golf en we raken rotsen.
Sofie schreeuwt het uit, ik laat onmiddellijk mijn peddel los, de boot tolt in
alle richtingen en merk dat het superernstig is. Haar enkel zwelt, haar been
wordt blauw. We kunnen niets anders dan naar een 'ziekenhuis' gaan in een lokaal dorpje.
De radiografieën worden genomen in een vuil
kot. Vol modder. Onbeschermd. Sofie is twee keer bestraald, ik één keer.
Verdict: niets aan de hand, ‘slechts’ ligamenten gescheurd. Na een week zou ze
terug kunnen lopen. Een steunverband en een beetje zalf zouden het probleem
moeten oplossen. Sofie leent krukken van meneer doktoor en pikkelt meteen als
een volleerd krukkenloopster rond. Makkelijk is het niet. Voor het eerst sta ik
er alleen voor en moet ik er alleen op uit. Het is wennen en ik ben kwaad dat
het gebeurd is.
Van pure emotie heb ik bijna alle foto's van die prachtige tocht gewist. Behalve deze.
Labels: Nepal